Naar hoofdinhoud Naar footer

Downloads

5 kenmerken van actief luisteren

Gepubliceerd op: 01-01-2020

Je wil niet alleen de woorden horen (de feiten) die de ander zegt, maar vooral de hele boodschap van de ander begrijpen (ook de betekenis én de gevoelens). Door actief te luisteren laat je zien dat je werkelijk wil weten wat de ander bezig houdt of bedoelt.

Actief luisteren wil zeggen:

  • Dat je hoort en ziet wat de ander zegt.
  • Dat je die boodschap verwerkt.
  • Je laat - verbaal en non-verbaal - blijken dat je de ander begrijpt.

Actief luisteren vraagt om inleving, lef, concentratie en doorzettingsvermogen. Om een betere en ‘actieve’ luisteraar te worden, is het belangrijk om te oefenen. Wanneer luisteren om te reageren, overgaat in luisteren om te begrijpen, ontstaat er echt contact.

De vijf kenmerken van actief luisteren:

1. Geef aandacht

  • Focus je volledig op de ander: herhaal in je hoofd wat de ander zegt.
  • Laat de boodschap van de ander echt binnenkomen.
  • Maak oogcontact, kijk de ander aan (maar ga niet zitten ‘staren’ naar de ander).
  • Zet je belemmerende gedachten opzij, denk niet alvast na over wat jij wilt zeggen.
  • Laat je niet afleiden, dus: mobiel uit, niet ‘even’ een verslag doorlezen of je mail checken.
  • Luister’ naar de lichaamstaal van de ander, observeer goed.

2. Laat zien dat je luistert

  • Knik zo nu en dan (op een manier en in een tempo die bij jou passen).
  • Lach en laat je gezicht ‘spreken’.
  • Zeg zelf niets, hou zelf je mond dicht.
  • Let op je lichaamshouding: open en uitnodigend, probeer ‘rust’ uit te stralen.
  • Moedig de ander aan door zo nu en dan te ‘hummen’ of ‘ja ja’ te zeggen.

3. Geef feedback 

  • Vat samen wat de ander zegt: ‘Wat ik hoor is….’ of ’Als ik je goed begrijp….’ .
  • Stel vragen als: ‘Wat bedoel je daarmee?’ of ‘Is dit wat je bedoelt?’
  • Als je emotioneel geraakt wordt, zeg dat en vraag om meer informatie. ‘Ik begrijp je misschien niet goed, want wat je vertelt raakt me nogal of vat ik misschien te persoonlijk op’, ‘Wat ik denk dat je zegt is: ….. Is dat wat je bedoelt?’

4. Stel je mening en oordeel uit

  • Laat de ander uitpraten.
  • Onderbreek niet met tegenargumenten of met je eigen verhaal.
  • Denk na voor je je mening of oordeel geeft. Tel eerst tot drie (of tien…).

5. Reageer gepast

  • Reageer open, eerlijk en begripvol.
  • Geef je mening respectvol.
  • Behandel de ander zoals je zelf behandeld wilt worden.

Actief luisteren lukt beter als je je eigen gevoelige plekken kent en ontspannen blijft. Verder kan het helpen om aantekeningen te maken.

Lees meer

Vind meer informatie in de Brochure Goed in Gesprek (2019).

Downloads

Deel deze pagina via:

Downloads

Contactpersoon

Soort

Handreiking

Taal

Nederlands