Naar hoofdinhoud Naar footer

Oorzaken van uitdroging

Ouderen kunnen lichaamsfuncties minder goed in evenwicht houden. Dit geldt ook voor het watergehalte. Daardoor lopen zij een groter risico op uitdroging. Lees welke veranderingen ouderen kwetsbaar maken voor uitdroging.

Handhaven van het watergehalte van het lichaam

Het lichaam is normaal gesproken in staat om de lichaamstemperatuur, het zoutgehalte in het bloed en de bloeddruk redelijk constant te houden, ook bij veranderde omstandigheden. Dit geldt ook voor het handhaven van het watergehalte van het lichaam dat in directe relatie staat tot het zoutgehalte van het bloed. Bij ouderen wordt het vermogen om alle functies in het lichaam in evenwicht te houden minder. Lichamelijke stoornissen versterken dit ook nog, net als beperkingen en handicaps én vaak het gebruik van veel medicijnen. Het risico op uitdroging wordt hierdoor groter.

Veranderingen bij ouderen

Veranderingen die een oudere meer kwetsbaar maken voor uitdroging zijn:

  • Afname van de hoeveelheid lichaamswater. Hoe hoger de leeftijd, hoe lager de hoeveelheid lichaamswater.
  • Afname van het dorstgevoel, waardoor een cliënt zich minder snel uitgedroogd voelt. Hierdoor gaat de cliënt minder drinken en neemt ook de eetlust af.
  • De nieren gaan minder goed werken. Hierdoor gaat het vermogen om water en zout vast te houden achteruit.

Ook door gerelateerde veranderingen, zoals een verminderde spanning van de huid bij ouderen, is tijdige diagnose van dehydratie én vaststelling van de ernst ervan moeilijk. Het voorkomen van uitdroging bij ouderen is daarom erg belangrijk. Het is raadzaam dat je constant alert bent op de risicofactoren. Dit geldt vooral als ouderen ziek zijn of tijdens een hitteperiode. Ouderen die door beperkingen niet goed meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen, hebben daarbij extra ondersteuning nodig.

Bron

Agenda

Er zijn geen agenda-items gevonden