Naar hoofdinhoud Naar footer

9 praktische tips bij buikgriep (norovirus)

Gepubliceerd op: 07-07-2022

In de herfst- en wintermaanden is de kans dat het norovirus (buikgriep) weer op je pad komt een stuk groter. Wat kun je doen om zo min mogelijk risico te lopen op het krijgen of verspreiden van noro? Charlotte Michels, deskundige infectiepreventie en expert Hygiëne op Zorg voor Beter, deelt 9 praktische tips en tricks voor als je met het norovirus te maken krijgt.

1. Was de cliënt met ‘wassen zonder water’-doekjes

Charlotte Michels: ‘Wanneer je gebruik maakt van verzorgend wassen, heb je geen waskom nodig die besmet raakt. Ook is er minder kans op besmetting van jezelf en je omgeving, omdat je minder handelingen hoeft uit te voeren. Je hoeft de waskom niet schoon te maken of naar de spoelruimte te brengen. Je gooit geen water weg en hoeft ook de wasbak niet schoon te spoelen. Daarmee houd je misschien ook nog iets meer tijd over om de isolatiemaatregelen nauwkeurig toe te passen.'

2. Gebruik handalcohol die ook het norovirus doodt

De kans op fouten is het kleinst, wanneer iedereen zoveel mogelijk zijn gewone routine in stand houdt, weet Michels. Dat geldt ook voor handhygiëne. ‘Wanneer je altijd al handalcohol gebruikt en minder vaak je handen wast, dan is het beter om dit te blijven doen. De alcohol moet dan natuurlijk wel het norovirus doden.’

Wil je controleren of je de juiste handalcohol gebruikt? Doe dat dan op de website van het CTGB. Een middel is volgens het CTGB werkzaam tegen norovirus als het werkzaam is tegen alle virussen (totale virusclaim) of tegen virussen met envelop (partiële virusclaim) én norovirus (virus zonder envelop).

3. Gebruik bij cliënten met noro een wegwerpzak met absorptiekorrels in een cliëntgebonden herbruikbare po 

Charlotte: ‘Dankzij dit systeem hoef je niet meer over de gang te lopen met een gebruikte po of urinaal met norovirussen. Het besmette materiaal (ontlasting of urine) wordt veel dichter bij de bron (dat is de cliënt op de po) afgevoerd, waardoor de kans op verspreiding van het virus veel kleiner is. Er komen zo namelijk minder of zelfs geen besmette materialen in de spoelkeuken terecht en dat verlaagt het besmettingsrisico aanzienlijk.’

4. Zorg voor voldoende aanwezigheid van de juiste beschermende middelen 

Controleer eenmalig - eventueel samen met de verantwoordelijke voor inkoop - of de materialen voldoen aan de eisen voor het norovirus en koop vervolgens alleen maar deze materialen in. Gebruik alleen FFP1- of FFP2-maskers, zorg dat de schorten groot en lang genoeg zijn en dat de handschoenen voldoen aan de eisen voor gebruik in de zorg. Deze eisen zijn terug te vinden in bijlage A van de richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen in verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalig wonen.

5. Draag ook een masker bij hulp bij de toiletgang.

Wanneer je iemand met noro helpt bij de toiletgang, moet je ook doorspoelen. Helaas hebben de meeste zorgorganisaties in Nederland geen deksel op het toilet. Hierdoor loop je risico op besmetting met kleine vochtdruppeltjes met norovirussen. Zeker omdat je bij het doorspoelen bijna altijd met je neus recht boven het toilet staat. Charlotte: ‘Echt ver weg gaan staan is vaak niet mogelijk, dus adviseer ik een masker te dragen in deze situaties.’

6. Spoel kleding na een ‘ontlastingsongelukje’ niet met de hand uit 

Deze handeling staat in ‘de risico-top-10’ van Charlotte echt met stip op 1. 'Zorgmedewerkers vinden het vervelend en onhygiënisch om deze was zonder uitspoelen mee te geven aan de familie of naar de wasserij te doen. En dat is hartstikke begrijpelijk. Toch is het nog veel minder hygiënisch om deze was met ontlasting op de hand uit te spoelen en de meeste ontlasting te verwijderen. Wanneer je dit namelijk aan een aanrecht in de spoelkeuken doet, raakt de spoelbak, de kraan en het hele aanrecht besmet met norovirussen. En vergeet ook niet je eigen besmettingsrisico met al dat gespetter.'

Wat kun je dan wel doen? Charlotte heeft een tip: ‘Verwijder de meeste ontlasting met een wegwerpdoekje en doe vervolgens het kledingstuk in een wasmachine op een spoelprogramma. Daarna kan het, mét of zonder andere was, gewoon gewassen worden. Bij voorkeur op 60 graden.’

7. Diarree door onbekende oorzaak? Neem direct maatregelen! 

Diarree kan natuurlijk verschillende oorzaken hebben. Er hoeft niet altijd sprake te zijn van noro. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat iemand (te veel) laxerende middelen heeft gebruikt, altijd wat dunne ontlasting heeft of dat de diarree een bijwerking is van antibiotica. Wanneer een cliënt echter diarree heeft en het is niet duidelijk waardoor dit komt, dan is het volgens Charlotte meteen tijd voor beschermende maatregelen.

'Dit klinkt misschien wat overdreven, maar dat is het zeker niet. Het zou namelijk kunnen zijn dat er sprake is van een norovirus en door dan direct maatregelen te nemen, kun je veel besmettingen en ellende voorkomen. En ook wanneer uiteindelijk blijkt dat de boosdoener een ander buikgriepvirus is, wil je dat liever niet verspreiden over de afdeling. Het nemen van extra beschermende maatregelen bij diarree door onbekende oorzaak, is dus altijd zinvol. Je voorkomt zo met relatief kleine extra inspanning veel werk voor de komende weken.

8. Werk van schoon naar vies, bij alles wat je doet

Dit geldt niet alleen bij noro, maar eigenlijk is het altijd belangrijk om eerste de schone handelingen uit te voeren en daarna pas de ‘vieze’. Een vuile handeling is bijvoorbeeld contact met lichaamsvocht, zoals bloed, urine, ontlasting of braaksel. Was van schoon naar vuil, maak schoon van schoon naar vuil en ruim op van schoon naar vuil.

En wat doe je als dat niet kan? Charlotte geeft advies: 'Het is belangrijk dat je voorkomt dat je vanuit de vieze omgeving de schone omgeving besmet. Wanneer je van vuil naar schoon gaat, moet je dus altijd je handschoenen uit doen en je handen desinfecteren.'

9. Ga naar huis als je ziek bent

Charlotte: 'Deze laatste lijkt logisch, maar voor sommige zorgmedewerkers blijkt dat toch erg lastig om te doen. Je laat je collega’s achter met meer werk en personeel is een schaars goed. Toch levert doorwerken met diarree op termijn alleen maar nog meer werk op. En misschien heb je ook al wel gebraakt. Je bent dan een wandelende norobron. Je kunt het virus direct en indirect (via bijvoorbeeld tilliften en waskommen) verspreiden. Je helpt je collega’s dus eigenlijk maar op één manier. En dat is door naar huis te gaan. Voor jezelf is dat natuurlijk ook beter.'

Wat is het norovirus?

Het norovirus kan voorkomen in groente, fruit, rauwe schaal- en schelpdieren en is zeer besmettelijk. Klachten treden meestal vrij snel na besmetting op en variëren van misselijkheid tot heftig braken en diarree. Vaak gaan de symptomen vanzelf over na een aantal dagen.