Naar hoofdinhoud Naar footer

'Geen sieraden dragen is echt de basis'

Gepubliceerd op: 20-02-2017

Collega’s aanspreken op wat ze wel en niet moeten doen om de hygiëne in acht te nemen gaat helpende Fiona Loots-Goedhart goed af. Wel merkt ze hoe moeilijk het is om het onderwerp structureel op de agenda te krijgen in het woonzorgcomplex waar ze werkt. Het gegeven dat alle bewoners hun eigen huisarts hebben en dat een verpleeghuisarts ontbreekt, is een hindernis.

Fiona Loots-Goedhart werkt als helpende plus bij woonzorgcentrum Koggenlandhuis in Midwoud, een locatie van Omring (zorgorganisatie in de kop van Noord Holland en West-Friesland). Het Koggenlandhuis is geen verpleeghuis, maar een woonzorgcomplex met zowel mensen met dementie, als zelfstandig wonende ouderen die zorg kunnen inkopen vanuit de organisatie.

Aandachtsvelder

Sinds een klein jaar heeft Loots hygiëne als aandachtsveld. 'De inhoudelijke invulling daarvan is nog een beetje zoeken', zegt ze. 'Het is nog niet eenvoudig om antwoord te geven op de vraag wat precies van mij verwacht wordt en wat ik aan anderen kan overlaten. Omring vraagt hierin veel van ons, maar het is niet altijd haalbaar om daaraan tegemoet te komen.'

Inmiddels heeft Loots samen met haar collega’s gezorgd voor handschoenen en handalcohol, maar er is nog steeds veel nodig vindt ze. 'Handdoeken en zeepdispensers vond de vorige manager bijvoorbeeld te duur, dus gebruiken we gewoon keukenrol en zeeppompjes. Dat zou eigenlijk een handdoekautomaat moeten zijn waar je niet met je handen aan hoeft te komen. Ook moet in de wasruimte nog een scheiding worden aangebracht tussen de vuile en de schone was. Hiervoor moet ik eerst in kaart brengen wat we nodig hebben aan waskarren. We staan nog een beetje aan de basis dus.'

Klein beginnen

Een belangrijk onderdeel van het aandachtsveld hygiëne vindt Loots uitdragen naar collega’s wat wel en niet correct handelen is op hygiënegebied. 'Je moet klein beginnen', zegt ze, 'de aandacht vestigen op kleding, sieraden en het bijhouden van de koelkasttemperatuur bijvoorbeeld. Op dit moment heeft de komst van handdoekautomaten en kleurensnijplanken prioriteit. Natuurlijk kan ik niet altijd overal bij zijn om te waarborgen dat medewerkers correct handelen, maar het juiste materiaal beschikbaar stellen scheelt al heel veel. Maar ik spreek collega’s zeker aan op gedrag: nagellak, ringen, lange mouwen. Je staat voortdurend in contact met bewoners en beweegt je van de ene naar de andere en daar horen nu eenmaal regels bij. Als één bewoner ziek wordt, worden ze allemaal ziek.'

De reacties van collega’s zijn wisselend, stelt Loots. 'Ze begrijpen het wel en ze willen ook hun best doen om zich aan de hygiëneregels te houden, maar ze vergeten het in de dagelijkse praktijk soms gewoon. Er is altijd wel een excuus. Als ik dingen zie die niet correct zijn, benoem ik die daarom altijd. Zelf doe ik altijd mijn trouwring meteen af als ik aan mijn werk begin, dat is een automatisme. En ik weet inmiddels: als ik laat zien dat ik dat doe, geef ik voorbeeldgedrag en doen anderen het ook. Toch blijf ik het een beetje vreemd vinden dat ik het moet uitleggen. Geen sieraden dragen op het werk is echt de basis, dat krijg je direct in de opleiding al mee.'

Te veel antibiotica

Een paar maanden geleden was in het Koggenlandhuis sprake van het buikgriepvirus. 'Dit trof niet alleen de bewoners maar ook heel veel medewerkers', zegt Loots. 'Het was na twee dagen over dus op zich was het niet zo erg, maar het had wel een grote impact op de organisatie. Collega’s die niet ziek waren, moesten veel extra uren draaien en de handschoenen en mondkapjes waren ineens niet aan te slepen. De extra aandacht voor hygiëne ebt daarna snel weer weg. Mensen vinden het raar een mondkapje voor te doen, ze zijn het niet gewend.'

Vanwege blaasontstekingen bij bewoners is het antibioticagebruik de laatste tijd toegenomen. 'Vorige week hadden we drie bewoners tegelijk met blaasontsteking', vertelt Loots. 'Dat vond ik wel veel. Ik kan het niet relateren aan eerdere cijfers, want zover ik weet wordt dit niet in kaart gebracht.'

In het Koggenlandhuis is geen verpleeghuisarts, iedere bewoner heeft gewoon zijn eigen huisarts. Loots: 'Die verpleeghuisarts mis ik wel om het hygiënebeleid meer gestructureerd vorm te geven. Er ligt ook een financiële verantwoordelijkheid bij de bewoners zelf en die kiezen niet altijd de duurdere handschoenen die de betere bescherming bieden.'

Kennis opbouwen

Loots heeft de taak van aandachtsvelder hygiëne aanvaard, omdat die haar interesseerde en omdat ze in tegenstelling tot de meeste van haar collega’s nog geen aandachtsveld had. De basiskennis waarmee ze eraan begon, was wat ze vanuit haar opleiding over hygiëne heeft geleerd. 'Ook zijn er driemaal per jaar bijeenkomsten voor alle aandachtselders en daar probeer ik zoveel mogelijk naartoe te gaan. Ik merk wel dat ik als helpende op sommige onderdelen kennis tekort kom. Een katheter inbrengen bijvoorbeeld is iets waarmee ik zelf geen ervaring heb.'

Op dit moment heeft Loots nog een collega die hetzelfde aandachtsveld heeft, maar die heeft aangegeven iets anders te willen gaan doen. 'Ik moet dus iemand anders vinden die dit van haar overneemt. Het is wel belangrijk dat dit lukt, want samen kunnen sparren heeft meerwaarde. Zeker omdat de positie van de verpleegkundige hier in huis - met wie ik echt de diepte in kan - door de reorganisatie onzeker is. Interessant vind ik mijn taak wel. Ik heb ook niet de indruk dat mijn collega’s mij als een politieagent zien. Ik probeer mijn boodschap altijd op een leuke manier te brengen. Niet bestraffend, maar zo geformuleerd dat mensen erover gaan nadenken. "Wat ben jij streng" hoor ik eigenlijk nooit.'