Naar hoofdinhoud Naar footer

Samenwerken voor infectiepreventie: zoek de specialist ouderengeneeskunde op

Gepubliceerd op: 11-12-2019

Een goede samenwerking tussen specialist ouderengeneeskunde en de verpleegkundige is belangrijk om verspreiding van infecties te voorkomen. Dat vindt ook specialist ouderengeneeskunde Desiree aan de Stegge: ‘We zijn afhankelijk van de oren en ogen van de verpleegkundige die aan het bed staat.’

Desiree werkt bij zorginstelling Beweging 3.0, samen met hbo-verpleegkundige Jasper Meursing. Dat levert veel op merken zij. Jasper stuurt de andere verpleegkundigen weer aan. Desiree: ‘Hun inbreng is belangrijk. Zij zijn de eersten die mogelijk signaleren of een cliënt een infectieziekte bij zich draagt.’

Nu niets doen is geen optie

Ook is de inzet van verpleegkundigen in hygiënisch werken heel belangrijk. Jasper: ‘Dat is toch echt de basis bij het voorkomen van infecties. In de toekomst komen er steeds meer resistente bacteriën bij die we niet meer, of heel moeizaam kunnen behandelen met antibiotica. Daar moeten we nu al een voorsprong op nemen. Ik vergelijk dit altijd met het klimaatprobleem. Ook daar geldt immers: “Als we nu niets doen, gaat het gruwelijk mis.”

‘Elk beestje heeft weer een andere aanpak nodig’

Jasper heeft bij infectiepreventie een coördinerende rol: ‘Zo koppel ik terug of de maatregelen die de specialist ouderengeneeskunde opgeeft ook echt haalbaar zijn. Ook houd ik in de gaten of de verpleegkundigen over de juiste kennis en vaardigheden beschikken om de maatregelen uit te voeren. Want hier komt best wel wat kennis bij kijken. Dit is een heel specialistisch gebied. Eigenlijk heb je voor elk beestje een andere aanpak nodig.’

ESBL-bacterie

Desiree: ‘Een voorbeeld daarvan is de ESBL-bacterie. De Escherichia coli is een belangrijke veroorzaker van urineweginfecties, maar kan ook bloedbaaninfecties veroorzaken. Wanneer deze bacteriën ESBL produceren, is zo’n infectie heel moeilijk te behandelen. Dan is het heel belangrijk dat verpleegkundigen weten waar ze op moeten letten. En dat zij meewerken aan de juiste maatregelen wanneer er sprake is van zo’n bacterie. Dit houdt in dat er met handschoenen en schorten aan gewerkt moet worden om verspreiding te voorkomen.’

Handreiking

Voor de samenwerking tussen de specialist ouderengeneeskunde en andere zorgmedewerkers bestaat er de handreiking ‘Rol van de specialist ouderengeneeskunde op het gebied van infectiepreventie en antibioticaresistentie’. Deze is te vinden in de richtlijnendatabase van Verenso. Desiree: ‘Met de handreiking kan een zorgorganisatie kijken of de zaken goed geregeld zijn. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat iedere zorgorganisatie beschikt over een eigen deskundige infectiepreventie. De handreiking is in eerste instantie bedoeld voor de specialist ouderengeneeskunde, maar beschrijft ook randvoorwaarden voor andere rollen, zoals verzorgenden, verpleegkundigen en deskundigen infectiepreventie.'

Infectiepreventiecommissie

Jasper en Desiree zitten samen in de infectiepreventiecommissie die 1 keer in de 6 weken samenkomt. Ook managers, verpleegkundigen en de deskundige infectiepreventie nemen daaraan deel. De samenwerking opzoeken is soms best wel een uitdaging. Desiree: ‘Je hebt tijd nodig om mensen bij te praten, terwijl de gewone werkzaamheden ook door moeten gaan. Toch is het heel belangrijk. Eigenlijk moet de samenwerking zo zijn dat je aan 1 woord genoeg hebt. Mensen moeten weten waarom en wat er gedaan moet worden. Het is daarbij aan de specialist ouderengeneeskunde om aan te voelen wat het kennisniveau van de verpleegkundige is.’

Onzichtbaar probleem

Jasper: ‘De verpleegkundige is de verlengde arm van de specialist ouderengeneeskunde. Wanneer je een coördinerende taak hebt, vervul je ook gelijk een voorbeeldfunctie richting collega’s. Tot slot moet je ook kunnen motiveren en je collega’s van de juiste informatie kunnen voorzien. Bacteriën zijn een onzichtbaar probleem, waardoor het besef van spreidingsrisico vaak ontbreekt. We hebben wel een miljoen bacteriën op ons lijf. Vaak zijn dat goede bacteriën, maar soms zit er een slechte bij die kan uitgroeien tot een resistente bacterie. Daar moeten we alert op zijn.’