Naar hoofdinhoud Naar footer

Interview Karen: 'Iedere verzorgende heeft een leider in zich'

Gepubliceerd op: 24-08-2022

‘Verzorgend leiderschap gaat over opstaan voor jezelf, maar ook voor cliënten en collega’s.’ Aan het woord is Karin*, zij volgt een opleiding tot verzorgende. Tonen van leiderschap is iets dat ze gemakkelijk doet. Ze helpt graag anderen die daar meer moeite mee hebben.

Karin licht toe: ‘Als er iets aan de hand is met een cliënt, dan kom ik voor hem op. Als een cliënt iets niet goed kan verwoorden of niet durft aan te geven, dan neem ik daar de leiding in. Hetzelfde geldt voor collega’s. Als een collega ergens mee zit in de werksfeer, dan geef ik hem eerst de tip om het te bespreken. Werkt dat niet? Dan zet ik de stap om met mijn collega naar de teamleider te stappen. Verzorgend leiderschap heeft te maken met opstaan voor jezelf, maar ook voor cliënten en collega’s.’

Werkplaats ‘Verzorgend leiderschap’

Karin zit in haar derde opleidingsjaar Verzorgende IG. Ze werkt al 14 jaar in een verzorgingshuis in regio Rotterdam, waar ze ooit begon in een ondersteunende functie op een verzorgingsafdeling. Toen de kans zich 3 jaar geleden voordeed om te starten met de opleiding tot verzorgende, heeft ze deze met beide handen aangegrepen. Karin heeft binnen de werkplaats ‘Verzorgend leiderschap’ enkele handvatten getest.

De leiding nemen als verzorgende

Volgens Karin heeft iedere verzorgende een leider in zich. ‘De een iets meer dan de ander natuurlijk’, legt ze uit. ‘Als verzorgende merk je dingen op: je ziet zaken die moeten worden besproken. In zo’n gesprek neem je als verzorgende de leiding, want jij hebt het gezien.’

Leiderschap tonen

Karin heeft een mooi voorbeeld van wanneer zij leiderschap toonde als leerling-verzorgende. ‘Voorheen had je als leerling maar weinig contactmomenten met de praktijkopleider’, vertelt ze. ‘Daardoor had de praktijkopleider soms pas laat in de gaten dat een leerling achterliep. Ook was het niet vanzelfsprekend dat je als leerling samenwerkte met je werkbegeleider. Daar was ik het niet helemaal mee eens. Hoe kan je werkbegeleider je beoordelen als je nooit met hem werkt?’ Karin ging in gesprek met beide partijen. Ze gaf aan hoe het ook anders kan. ‘Ik heb voorbeelden laten zien vanuit de klas, van hoe het bij andere instellingen gaat’, licht ze toe. ‘Ik heb ze een duwtje in de goede richting gegeven.’

Echt samenwerken

Het resultaat? Een aangepast leerklimaat dat beter aansluit op de wensen en behoeften van leerling-verzorgenden. Karin vervolgt: ‘We hebben nu iedere 6 weken een voortgangsgesprek met de praktijkopleider. Daarin bespreken we hoe het gaat en welke hulp je als leerling nodig hebt. Het is nu bovendien een eis dat je écht met je werkbegeleider samenwerkt. Daardoor is de begeleiding nu zoveel beter dan voorheen!’

‘Wat u zelf kan, moet u zelf doen’

Als je nu de opleiding volgt tot verzorgende leer je andere dingen dan vroeger. Dat herkent ook Karin. ‘Ik merk dat veel collega’s zich erg vasthouden aan hun vaste werkwijze van 40 jaar geleden. Zo leren wij op de opleiding om de zelfredzaamheid van bewoners te stimuleren. Als een bewoner iets zelf kan, moet hij dat zelf doen. Vroeger was dat natuurlijk niet zo. Toen werd je van top tot teen geholpen zonder zelf iets te doen. Dat kan zoveel anders.’

Bewoners in beweging

Karin vervolgt: ‘Waarom moet een bewoner iedere dag in een rolstoel naar het restaurant worden gebracht? Hoe fijn is het als een bewoner in beweging is, ook al is het maar van de kamer naar de lift? Laat iemand lekker een stukje lopen en loop mee met een rolstoel erbij. Neem daar vooral de tijd voor. Een collega zei laatst tegen een bewoner dat zij het heel goed vindt dat wij “jonge meiden” dit op school leren. Die collega is daarin wel veranderd en is met ons meegegaan in het stimuleren van zelfredzaamheid. Dat vind ik heel erg leuk.’

Een geboren leider

‘Het doet me goed wanneer collega’s of cliënten blij zijn dat ik heb geholpen.’

Voor Karin is het tonen van leiderschap in haar werk inmiddels een beetje vanzelfsprekend. ‘Het zit in mij, maar het helpt ook dat ik hier al zo lang werk’, legt ze uit. ‘Daardoor durf ik sneller iets te zeggen en op te staan voor cliënten, collega’s en voor mezelf. Het doet me goed wanneer collega’s of cliënten blij zijn dat ik heb geholpen.’ Toch kan Karin zich voorstellen dat het voor collega’s best wel lastig kan zijn om leiderschap te tonen. Zo kunnen veel verschillende mensen het niet met je eens zijn of kritiek hebben op jouw ideeën.

Laat kritiek je niet tegenhouden

Wat Karin andere (leerling-)verzorgenden wil meegeven is: ‘Als jij iets vindt, wees dan niet bang om er achteraan te gaan! Wees ook niet bang voor kritiek of negatieve feedback. Wanneer jij ergens voor staat, zal misschien niet iedereen het daarmee eens zijn. Laat je daar niet door tegenhouden.’

  • Lees meer over de werkplaats Verzorgend Leiderschap

*Vanwege privacyredenen vermelden we in dit artikel een fictieve naam. Karins echte naam is bekend bij de redactie.

Interviewer: Myrthe van der Meeren