Naar hoofdinhoud Naar footer

Casus 6: Dementie of frustratie

Gepubliceerd op: 17-04-2019

Een beschaafde man van 81 maakt steeds vaker seksueel getinte opmerkingen. Zo kennen we hem niet, denken de zorgmedewerkers. Is hij aan het dementeren of is er iets anders aan de hand?

Meneer Jansen is 81 jaar en woont in een verzorgingshuis. Hij is een vriendelijke, nette, hoogopgeleide man. En altijd zo voorkomend en aardig naar de medewerkers! Maar sinds een paar weken maakt hij seksueel getinte opmerkingen. Het is echt ongepast. En het gebeurt steeds vaker.

Zo kennen we hem niet

Het team heeft er genoeg van. Ze roepen de hulp in van de psycholoog. Want ze zijn ervan overtuigd dat meneer Jansen begint te dementeren. De psycholoog is verbaasd: ‘Waarom denken jullie dat?’. ‘Omdat hij zulke ongepaste opmerkingen maakt’, antwoordt het team. ‘Dat zijn we van hem niet gewend. Een duidelijk geval van decorumverlies. Meneer Jansen zoals wij hem kennen zou dit nooit gedaan hebben. Hij moet aan het dementeren zijn.’

Katheter met beperkingen

De psycholoog merkt op dat het team wel de link legt tussen ongepast gedrag en dementie, maar niet bedenkt dat er misschien iets op seksueel gebied aan de hand is. Hier is psycho-educatie van belang. De psycholoog legt uit dat ook hoogopgeleide, oudere mannen gezonde behoeftes hebben. En de psycholoog vraagt door: hoe lang maakt meneer Jansen al ongepaste opmerkingen? Volgens de medewerkers zeker 2 maanden. En zijn er de laatste tijd nog dingen veranderd in meneer de Jongs situatie? Hij heeft nu ongeveer 3 maanden een verblijfskatheter, vertellen de medewerkers.

Dan valt opeens het kwartje bij het team: meneer de Jong was gewend zichzelf te bevredigen, dat wisten ze eigenlijk wel, want de medewerkers vonden weleens sporen bij de wasbeurt. Toch had niemand bedacht dat de katheter hem daarin zou beperken. Het team heeft twee dingen geleerd:

  1. Ook op hoge leeftijd hebben mensen nog seksuele behoeftes. Dat is niet raar. Sterker nog, als die behoeftes bevredigd kunnen worden, komt dat ten goede aan de kwaliteit van leven. Medewerkers moeten dus rekening houden met die behoeftes.
  2. Meneer Jansen is van een generatie die niet uit zichzelf het gesprek aangaat over seksuele behoeftes, een preutse generatie met een groot schaamtegevoel. Maar ondertussen liepen zijn frustraties wel hoog op. En die kon hij niet anders uiten dan in seksueel getinte opmerkingen.

Gekozen oplossing

Meneer Jansen is cognitief nog prima in orde. De psycholoog gaat het gesprek met hem aan. En geeft ook aan dat de medewerkers te laat beseften dat de katheter een probleem kon geven. Meneer is opgelucht dat het bespreekbaar wordt gemaakt. En dat samen met de arts gezocht wordt naar een andere oplossing. Hij krijgt een condoomkatheter, dat hijzelf kan afdoen. Zodat hij weer kan masturberen wanneer hij dat wil.

Bron

Publicatie Intimiteit en seksualiteit in het verpleeghuis (pdf), 2018, Waardigheid en trots