Naar hoofdinhoud Naar footer

Gepubliceerd op: 05-08-2022

Hoe ga je nu om met het onderwerp intimiteit en seksualiteit? De experts van Vilans geven 8 tips voor de verpleeghuiszorg.

YouTube video thumbnail

Tip 1. Signaleer

Over het algemeen zullen bewoners niet snel zelf aan de bel trekken om het onderwerp intimiteit en seksualiteit bespreekbaar te maken. Een groot deel van hen is niet gewend om dit soort onderwerpen aan de orde te stellen. Medewerkers hebben hierin dus een belangrijke signaleringsfunctie, maar de helft van het verpleegkundig en verzorgend personeel vraagt zelden tot nooit naar de seksuele gezondheid. Wees ook alert op de signalen met betrekking tot intimiteit. Ook daar is vaak te weinig ruimte en privacy voor.

Tip 2. Benader seks niet als probleem

Als intimiteit en seksualiteit in het verpleeghuis ter sprake komt, wordt het meestal benaderd als probleem. Het gaat dan bijna altijd om ontremming, cliënten die medebewoners of medewerkers lastig vallen of spreken over 'dat vieze mannetje'. Het tekort aan aandacht voor seksuele wensen en behoeften van bewoners uit zich soms juist in problematisch gedrag. Benader de behoefte aan intimiteit en seksualiteit met respect. Bij dementerenden zijn die uitingen niet altijd gelijk aan zoals de cliënt vóór zijn/haar dementie zich zou uiten. Beleid is nu vaak alleen gericht op wat te doen als er problemen ontstaan rond seksualiteit, terwijl seksualiteit voor veel ouderen tot op hoge leeftijd een belangrijk thema blijft als het gaat om gezondheid en welzijn. Het is daarom belangrijk om ook in beleid te kijken naar hoe een positieve seksualiteitsbeleving mogelijk gemaakt kan worden.

Tip 3. Seksualiteit als taboe

Seksualiteit is over het algemeen niet alleen een taboe voor de bewoners, maar ook voor medewerkers en artsen. Het hangt sterk samen met de normen en waarden van medewerkers, bijvoorbeeld vanuit het geloof, cultuur of persoonlijke opvoeding. Dit kan in strijd zijn met de professionele normen en waarden. Openheid in het team en een professionele houding is dus heel belangrijk. Bespreek je ervaren dilemma’s en onderbuikgevoelens bijvoorbeeld in intervisie.

Tip 4. Verminder gespreksverlegenheid

Veel zorgmedewerkers vinden het lastig om intimiteit en seksualiteit bespreekbaar te maken bij bewoners en collega’s. Het is daarom van belang dat de gespreksverlegenheid afneemt. Thema’s als intimiteit, seksualiteit en seksuele diversiteit vragen om nuance en aandacht voor individuele wensen en behoeften. Praktische training en deskundigheidsbevordering kunnen helpen. Ook is het belangrijk dat er binnen de organisatie draagvlak is voor open benadering van het thema. En dat er geschikte materialen ter beschikking zijn. In ieder geval geldt: Hoe vaker en duidelijker je zelf spreekt met elkaar en met cliënten over intimiteit en seksualiteit, hoe gemakkelijker en vanzelfsprekender het gaat.

Tip 5. Sta open voor seksuele geaardheid

Medewerkers zijn zich vaak niet bewust van de seksuele geaardheid van bewoners. Ze zijn geneigd te denken dat er geen homoseksuele of lesbische senioren in hun zorgorganisatie wonen, maar dat is onrealistisch. Zo’n 5 procent van de bevolking is homoseksueel of lesbisch. Eén op de twintig van je cliënten verlangt dus naar iemand van het eigen geslacht (in levende lijve of op beeld). Hoeveel cliënten ken jij? Lees meer bij thema Diversiteit.

Tip 6. Let op medicatie

In 25 tot 50 procent van de gevallen komen seksuele problemen bij ouderen voort uit medicijngebruik. Artsen vertellen dit er vaak niet bij, wat veel frustratie kan opleveren omdat ouderen dit zelf niet weten of zich schamen voor de klachten. Hierdoor ontwikkelt zich problematisch gedrag wat in een eerdere fase beter benaderd en behandeld had kunnen worden. Wist je bijvoorbeeld dat bij veel mensen met de ziekte van Parkinson, de medicatie tegen deze ziekte de oorzaak is voor wat in de zorg als ‘ontremd seksueel gedrag’ wordt bestempeld? Lees meer over de Invloed van ziektes en medicatie op seksualiteit.

Tip 7. Denk om dementie

Ook dementie heeft veel invloed op seksualiteit. Vaak wordt als eerste gedacht aan ontremd gedrag, maar er speelt meer: seksueel passiever of juist actiever worden, anders of niet meer reageren op aanrakingen, onbegrepen of verlaten voelen door afwijzingen op het gebied van seks, minder oog hebben voor de gevoelens en behoeften van de partner of behoeftes niet meer kenbaar kunnen maken. Daarnaast zie je dat mensen met dementie gevoelens kunnen krijgen voor anderen op de afdeling waar ze verblijven, terwijl ze nog een eigen partner hebben. Ook dat vraagt om bespreken met betrokkenen en hun partner of contactpersonen. Lees meer over Dementie en seksualiteit.

Tip 8. Denk ook aan partner en naasten

De ziekte zelf, de medicijnen, de verhuizing naar het verpleeghuis, heeft ook directe gevolgen voor familie en vrienden van de cliënt. Zij verliezen een deel van hun vertrouwde persoon en de intimiteit die zij ervaarden. Voor hen kan het heel aangrijpend zijn als bijvoorbeeld hun ouder of partner seksueel gedrag vertoont richting een medebewoner. Heb hier oog voor en geef ook hen de ondersteuning die hierbij passend is. Partners zijn niet altijd gewend om met elkaar over hun behoeften aan intimiteit en seksualiteit te praten. Beiden kunnen ongevraagd hulp nodig hebben om een nieuwe, andere manier te vinden om hun genegenheid te uiten.