Naar hoofdinhoud Naar footer

Verschillen psychofarmaca woonvoorzieningen

Gepubliceerd op: 01-01-2021

De inzet van psychofarmaca verschilt tussen woonvoorzieningen. Hoe minder eenduidig de visie van de organisatie over het gebruik van psychofarmaca, des te vaker voelen artsen zich onder druk van familie en verzorgenden staan om deze middelen voor te schrijven, constateren de onderzoekers van de ‘Monitor woonvormen dementie’ (2015, Trimbos-instituut).

Geen afname van psychofarmaca

Ook is er geen afname van het gebruik van kalmerende medicijnen (psychofarmaca) bij ouderen met dementie in zorginstellingen, blijkt uit het onderzoek ‘Monitor Woonvormen Dementie’ (2015) van het Trimbos-instituut. Dit ondanks het feit dat bekend is dat psychofarmaca (kalmerende medicijnen) ernstige negatieve bijwerkingen kennen, zoals sufheid, stijfheid, duizeligheid (hierdoor meer kans op vallen) hoge bloeddruk, longontsteking, gewichtstoename, onrust, agitatie, meer kans op een beroerte.

Hetzelfde onderzoek heeft nog meer alarmerende conclusies:

  • In de deelnemende woonvoorzieningen krijgt in 2013/2014 maar liefst 1 op de 4 bewoners met dementie een antipsychoticum voorgeschreven.
  • Driekwart van de artsen geeft aan dat het gebruik van psychofarmaca bij mensen met dementie kan worden verminderd.
  • De bestaande richtlijnen om professioneel om te kunnen gaan met probleemgedrag zijn niet goed ingevoerd.
  • Het onbegrepen gedrag wordt lang niet altijd geanalyseerd en er wordt niet gezocht naar bestaande alternatieven.

Ga naar

Trimbos-instituut

Ga naar het onderzoek.

Deel deze pagina via:

Soort

Onderzoek

Organisatie / Uitgever

Trimbos-instituut