Naar hoofdinhoud Naar footer

Zorg en dwangWie doet wat bij onvrijwillige zorg?

Het toepassen van onvrijwillige zorg wordt door de wet niet beschouwd als een voorbehouden handeling. Dit betekent dat onvrijwillige zorg in beginsel door iedereen mag worden toegepast zonder aanvullende voorwaarden. Het besluit over het wel of niet toepassen van onvrijwillige zorg wordt multidisciplinair genomen.

Een multidisciplinair besluit

Het uitgangspunt van de Wet zorg en dwang is dat multidisciplinair een besluit wordt genomen over onvrijwillige zorg. Dit geldt ook voor de thuiszorg. Zodra blijkt dat er ernstig nadeel dreigt voor de cliënt of zijn omgeving en de zorg die is afgesproken niet meer voldoende is, zal een zorgverantwoordelijke dit aankaarten in een multidisciplinair overleg. Een zorgverantwoordelijke is een professional van minimaal niveau 3. In de thuiszorg mag ook de vertegenwoordiger/cliënt een multidisciplinair team inroepen. Volgens het stappenplan zal een arts altijd betrokken zijn bij het vaststellen van onvrijwillige zorg. Als de onvrijwillige zorg langer dan twee keer drie maanden duurt, moet externe expertise (niet bij de zorg voor de cliënt betrokken en niet in dienst van de zorgaanbieder) worden ingezet. 

Het multidisciplinair overleg 

De zorgaanbieder moet binnen zijn organisatie een multidisciplinair overleg faciliteren, waarvan de samenstelling afhankelijk is van onder andere de doelgroepcliënten en de samenwerkingsverbanden. De cliënt en/of vertegenwoordiger heeft het recht om daarbij aanwezig te zijn. 

Tijdens het multidisciplinair overleg staan de volgende vragen centraal: 

  • Wat is de oorzaak van het onbegrepen gedrag van de cliënt? 
  • Wat is precies het ernstig nadeel? Welk risico lopen de cliënt en zijn omgeving? 
  • Met welke alternatieven kunnen we zorgen dat we vrijwillige zorg blijven aanbieden? 
  • Als onvrijwillige zorg onafwendbaar is: wat is de meest lichte maatregel voor de cliënt? 
  • Wat gaan we doen om de onvrijwillige zorg zo snel mogelijk af te bouwen?